De teek
Kleine, spinachtige parasiet met 8 poten. In hun levenscyclus vervellen ze 3 keer, waarbij ze iedere keer groter worden. Ze zijn het meest actief in vochtige jaargetijden, dus voorjaar en herfst. Ze kunnen goed tegen kou en kunnen daardoor tot ver in de winter en vroeg in het voorjaar gezien worden. In droge zomers met veel zon zijn ze weinig actief.
Teken komen voor in loofbos, struiken en kreupelhout. Wanneer een warmbloedig dier voorbij komt, laten ze zich vallen. Ze hechten zich vast aan de huid om bloed te zuigen. Dan zijn ze een paar millimeter groot, maar volgezogen zijn ze een centimeter.
Een tekenbeet geeft een rode, verdikte plek in de huid. De verdikking kan lang blijven. Ook is een overgevoeligheidsreactie mogelijk.
Vooral de mens is gevoelig voor de ziekte van Lyme. Voornamelijk de Ixodus ricinusteek brengt deze ziekte, veroorzaakt door de bacterie Borrelia, over. De bacterie wordt pas 24 – 48 uur na aanhechting overgedragen aan de gastheer. In Nederland is 15 – 20% van de teken hiermee besmet. Bij de hond wordt deze ziekte een enkele keer vastgesteld. Honden en katten zijn minder gevoelig voor Lyme, omdat veel van onze huisdieren wel antilichamen hebben tegen Borrelia en daardoor meestal niet ziek worden.
Ziekteverschijnselen van Lyme kunnen zijn: sloomheid, kreupelheid ten gevolge van gewrichtsontstekingen en soms koorts. De bacterie is goed te bestrijden, maar wanneer het te lang duurt voordat de ziekte erkend word kunnen de verschijnselen blijvend zijn.
Naast Lyme kunnen teken ook Babesia en Ehrlichia met zich meebrengen, maar deze besmetting vind voornamelijk buiten Nederland plaats.
Om te voorkomen dat een huisdier door een teek gebeten wordt of om te zorgen dat een teek na aanhechten snel sterft en loslaat, zijn er verschillende middelen. Namelijk: tekenbanden met een teek werende– werking of pipetten en tabletten met een teek dodende–werking.
Preventie is het beste tegen teken, maar een dagelijkse tekencontrole is heel zinvol. Op die manier kunnen ze al vroeg verwijderd worden. Ze hechten zich vooral op warme delen van het lichaam, namelijk: onder de oren en in de oksel.

Voor het verwijderen van teken bestaan een aantal hulpmiddelen: de tekentang en tekenhaak.
Bij het verwijderen van een teek is het belangrijk dat de teek niet wordt beschadigd, dit betekend: niet aan trekken of draaien en de teek mag niet worden geplet of samengeknepen. Hierdoor kan hij zijn maaginhoud legen, waardoor het besmettingsgevaar groter wordt. Om die reden is het ook goed de teek niet met alcohol of olie te behandelen.
De teek moet zo dicht mogelijk op de huid worden verwijderd, daarna moet de huid worden ontsmet.
Soms lukt het niet om de teek er helemaal uit te krijgen; er blijft dan een klein puntje zitten. Dit kan een kleine ontsteking geven. Het is verstandig dit wondje een paar keer per dag te ontsmetten totdat het puntje er na een paar dagen vanzelf uitkomt.
